Wijze van toedienen en aanwijzingen voor een juist gebruik: Toedienen aan het vijverwater bij een watertemperatuur tussen 12ºC en 27ºC. De KH-hardheid dient hoger te zijn dan 5ºDH, verhoog indien nodig de KH. Start de therapie in het begin van de dag, zodat het gedrag van de vissen bij daglicht goed en op meerdere tijdstippen kan worden geobserveerd tijdens de behandeling. Vissen kunnen namelijk onverwacht reageren op diergeneesmiddelen, door bijvoorbeeld uit de vijver te springen. Een net over de vijver kan dit voorkomen. Reinig voor gebruik vervuilde filters. Dit voorkomt dat het geneesmiddel wordt gedeactiveerd door filtervervuiling. Het filter dient tijdens de behandeling niet te worden afgesloten of kortgesloten, omdat de parasieten ook in het filter zitten. Na de behandeling adviseren wij het vijverwater minimaal 24 uur door een filter met actieve kool te laten circuleren om geneesmiddelresten te verwijderen. Daarna de actieve kool uit het filter verwijderen en bacteriën toevoegen om ammoniak- en nitrietwaarden te stabiliseren. Zorg ook voor de juiste voeding.